Deze website gebruikt verschillende soorten cookies. U kunt meer informatie over het gebruik van cookies vinden in onze cookie policy. U kunt op elk tijdstip de cookie-instellingen aanpassen via uw browser instellingen. Door verder gebruik te maken van deze website, verklaart u zich akkoord met deze cookie policy.

Accepteer

Inschrijven nieuwsbrief

Geef hieronder uw emailadres op en ontvang onze nieuwsbrieven automatisch in uw mailbox!

Inschrijven nieuwsbrief

Nieuwsbrieven

Uitbreiding team

05/01/2022 - Stijn Lamote, Bram Stragier

Lamote Stragier Advocaten heeft haar team familiaal (vermogens)recht versterkt met Mr. Nathalie D’Hooghe. Zij is sinds 20 jaar verbonden aan de West-Vlaamse Balie en heeft in die tijd een nichepraktijk uitgebouwd in het familiaal recht en vereffening-verdelingen. De verruiming naar het brede familie- en familiaal vermogensrecht, naast de bestaande afdeling ‘vermogensplanning’ is een extra dienst naar onze cliënten, voor het geval deze geconfronteerd worden met familiale perikelen en/of verdelingen van een nalatenschap. Door de unieke synergie van het familiaal (vermogens) recht en het vennootschapsrecht, beschikt ons kantoor over een ervaren en multidisciplinair team voor echtscheidingsdossiers met complexe vennootschapssituaties.

Lees meer!

Is uw buitenlands patrimonium reeds ontbloot?

03/12/2021 - Stijn Lamote, Arne Hanssens

Discriminatie weggewerkt België liep in 2018 een veroordeling op omdat ze haar inwoners die vastgoed in het buitenland aanhielden discriminerend behandelde ten opzichte van inwoners die Belgisch vastgoed aanhielden. De inkomsten op Belgisch vastgoed werden belast op basis van de kadastrale waarde terwijl buitenlands vastgoed werd belast op basis van de reële huurwaarde. Dit onderscheid in fiscale behandeling werd begin dit jaar door de wetgever weggewerkt. Vanaf aanslagjaar 2022 worden de inkomsten op buitenlands vastgoed eveneens vastgesteld op basis van de kadastrale waarde. Vaststelling van het kadastraal inkomen Opdat de fiscus voor het buitenlands aangehouden vastgoed aangehouden door een Belgisch inwoner een kadastrale waarde kan vaststellen, werd een nieuwe aangifteplicht ingevoerd. Voor alle onroerende goederen die reeds werden verworven vóór 1 januari 2021 zou de Administratie Opmetingen & Waarderingen een aangifteformulier naar de betrokken belastingplichtigen hebben verstuurd. Elke houder van een zakelijk recht (volle eigendom, vruchtgebruik, blote eigendom, erfpacht, opstal, …) op een buitenlands onroerend goed is verplicht uit eigen beweging uiterlijk op 31 december 2021 het onroerend goed aan te geven. Werd het buitenlands onroerend goed verworven na 1 januari 2021, moet je de Administratie Opmetingen & Waarderingen hiervan uit eigen beweging binnen vier maanden vanaf de verwerving op de hoogte brengen. De aangifte van het buitenlands vastgoed kan snel en eenvoudig via Myminfin. Het aangifteformulier kan ook op papier ingevuld worden en via mail verstuurd naar foreigncad@minfin.fed.be. In het bezit van een buitenlands verblijf? Vergeet niet voor jaareinde de fiscus op de hoogte te stellen van uw buitenlandse droom indien u dit al in bezit had voor 1/1/2021. Het buitenlands verblijf recent verworven? Stel de fiscus binnen 4 maand op de hoogte van de recente aankoop.

Lees meer!

Vastgoedaankopen. Haast en spoed, dan toch eens goed?

15/11/2021 - Arne Hanssens, Stijn Lamote

Na de grondige hertekening van de regeling over het verkooprecht in 2018, heeft de Vlaamse regering tijdens haar septemberverklaring onder het mom van de betaalbaarheid van de eerste onroerende eigendom opnieuw een grondige hervorming van het verkooprecht gecommuniceerd. Nu is het Vlaams Parlement aan zet om deze voorgenomen hervorming in een decreet te gieten. Hoe kan de belastingplichtige vooruitlopen op de wijzigingen van het verkooprecht? Verhoging van het algemeen tarief Het algemeen tarief van de verkooprechten zal stijgen van 10% tot 12%. Concreet zal de belastingplichtige vanaf 1 januari 2022 zijn investeringsbedrag met 2% zien stijgen bij de aankoop van een investeringspand, een bedrijfspand, een tweede verblijf of een bouwgrond. Naar verluidt zou het tarief van landbouwgronden 10% blijven. Het hoger tarief zal van toepassing zijn op alle koopovereenkomsten die tot stand komen vanaf 1 januari 2022. Een koopovereenkomst komt tot stand bij de ondertekening van de onderhandse koopovereenkomst, in de volksmond de ‘compromis’ genoemd. Op de website van de Vlaamse Belastingdienst is te lezen dat het lagere tarief van 10% zal gelden voor de aankopen waarvan de koopovereenkomst (compromis) gesloten wordt tot 31 december 2021. Dit ongeacht of de notariële koopakte in 2021 of 2022 wordt verleden. De boodschap voor investeerders (andere dan investeringen in de eigen woning) is dus de compromis vóór het jaareinde te ondertekenen teneinde het tarief van 10% alsnog toe te passen. Lastenverlaging bij de aankoop van de eerste en enige woning Het verkooprecht geheven op aankopen van een eerste en enige woning wordt verlaagd van 6% naar 3% (de eerste en enige woning die wordt aangekocht met oog op een ingrijpende energetische renovatie kan voortaan aangekocht worden mits 1% verkooprecht). De Vlaamse Belastingdienst heeft reeds gecommuniceerd dat ze het tarief van 3% reeds zal toepassen bij aankopen van eerste en enige woningen waarvan de notariële akte vanaf 1 januari 2022 wordt verleden, ongeacht de datum van de eventuele compromis. De boodschap bij de aankoop van een eerste en enige woning is dus de notariële akte uit te stellen tot na de feestdagen. Een tweede verblijf, bouwgrond of een investeringspand op het oog? Teken uw compromis nog vóór het jaareinde van 2021! Uw droomwoning op de kop getikt? Wacht met de aankoopakte tot begin 2022 en geniet zo (onder voorwaarden) van het 3%-tarief.

Lees meer!

Vlabel in de fout – gunstregime erf- & schenkbelasting familiebedrijven wel van toepassing op vennoo

17/08/2021 - Stijn Lamote

De Vlaamse decreetgever heeft een zeer positief stelsel ontwikkeld voor de schenking en vererving van familiale vennootschappen met een reële economische activiteit. De aandelen ervan kunnen, mits het vervuld zijn van enkele voorwaarden, worden geschonken aan 0% en vererfd aan 3%; een verademing in vergelijking met de reguliere tarieven die zelfs in rechte lijn tot 27% kunnen oplopen. Er geldt volgens de decreetgever een weerlegbaar vermoeden van niet reële economische activiteit indien in de betrokken vennootschap de bezoldigingen lager zijn dan 1,5% van het balanstotaal en het vastgoed meer dan 50% uitmaakt van het totale actief, en dat in tenminste één van de drie jaren voor schenking of overlijden. De wetgever zegt evenwel duidelijk dat het enkel gaat over een vermoeden, en dus dat het tegenbewijs kan geleverd worden. De Vlaamse belastingdienst (Vlabel) heeft in haar Circulaire van 2015 gesteld dat als het hierboven beschreven negatief vermoeden speelt waarbij minstens één onroerend goed in de betrokken vennootschap voor privédoeleinden wordt aangewend of verhuurd, dit tegenbewijs niet kan geleverd worden, dan zou het om een patrimoniumvennootschap gaan die uit de filosofie van de wetgeving uitgesloten is. Vlabel stelde dit evenwel zonder enige wettelijke grondslag. Het Hof van beroep te Gent, gekend om haar beginselvaste rechtspraak, bevestigde in een arrest van 1 juni 2021 dat Vlabel hier onterecht een voorwaarde aan de wet toevoegt. Het gunstregime kan dus worden toegepast op familiale vennootschappen, ook al speelt het hierboven beschreven negatief vermoeden en bevindt er zich in de vennootschap vastgoed met een privékarakter, voor zover er maar op een of andere manier kan worden aangetoond dat er enige economische activiteit in de vennootschap is. De impact hiervan voor de praktijk is zeer groot. Vennootschappen waarvan voorheen gedacht werd dat ze niet in aanmerking kwamen voor het gunstregime omdat ze (gedeeltelijk) kwalificeerden als patrimoniumvennootschappen, komen nu wel in aanmerking. Een herevaluatie dossier per dossier dringt zich op. Het is niet de eerste keer dat Vlabel aan de wetgeving in de materie van de registratie- en successierechten een eigen invulling geeft. Het zal niet de laatste keer zijn dat zij daarvoor op de vingers wordt getikt …

Lees meer!

Dubbelinterview in Voka - Ondernemers

22/06/2021 - Bram Stragier, Stijn Lamote

Lees het dubbelinterview met Bram en Stijn in Voka - Ondernemers 2021/12 (pag. 24 e.v.)

Lees meer!

Nieuw kantoor

03/05/2021 - Bram Stragier, Stijn Lamote

Vanaf 1 mei werken we vanuit ons nieuw kantoor aan het Waterhoennest 67, 8501 Kortrijk. We kijken er naar uit om u daar te verwelkomen. Onze emailadressen en telefoonnummers blijven ongewijzigd.

Lees meer!

EHBO bij fiscale visitatie

15/03/2021 - Stijn Lamote

De haan heeft bij het krieken van de dag nog maar net gekraaid of men wordt ongewild uit het bed getild. Een groep mensen, al dan niet bijgestaan door de politie, wil toegang tot de bedrijfslokalen en/of gelijktijdig tot de private woning voor een huiszoeking. Keep cool. Het aanstellingsbewijs moet worden gevraagd. Er wordt best geïnformeerd of het gaat om een inval van de BBI (wat kadert in een administratief onderzoek) of van de gerechtelijke politie (wat kadert in een meer verregaand strafrechtelijk onderzoek). De BBI wordt soms (om veiligheidsredenen) sowieso bijgestaan door politieagenten wat verkeerdelijk de indruk wekt dat het sowieso zou gaan om een strafrechtelijk onderzoek. Het onderscheid is nochtans zeer belangrijk omdat de bevoegdheden van de BBI verschillen van deze van de gerechtelijke politie. Neem tijd en overleg. Indien het gaat om een inval van de BBI is het belangrijk te onthouden dat er toestemming van de belastingplichtige is vereist voor de huiszoeking. Is er niet onmiddellijk een bevoegd persoon aanwezig binnen het bedrijf/de woning om de BBI te woord te staan en de nodige toestemming te geven of men heeft graag de bijstand van een advocaat tijdens het onderzoek, kunnen de ambtenaren in afwachting van de komst van een bevoegd persoon/de advocaat in een wachtruimte worden geplaatst. Blijf alert. Vooraleer de ‘zoeking’ in het bedrijf of de woning wordt aangevat moet worden nagegaan wat het doel van het onderzoek is en aan welke onderzoekstermijnen de BBI gebonden is - voor een uitbreiding van de reguliere driejaren termijn is bijvoorbeeld een voorafgaande kennisgeving nodig. Voor de zoeking in particuliere woningen is daarenboven een goed gemotiveerde machtiging van de politierechtbank nodig. Het onderzoek van de BBI is doelgebonden. Ze mogen enkel zaken onderzoeken die relevant zijn voor het door hen beoogde onderzoek. Bij de ‘zoeking’ van de BBI is het belangrijk te onthouden dat de BBI - in tegenstelling tot de gerechtelijke politie - geen actief zoekrecht heeft (al is de BBI zelf vaak een andere mening toegedaan …). Indien er geen toestemming door de belastingplichtige wordt gegeven om bijvoorbeeld een kluis open te doen, dan mag de BBI die kluis in principe niet eigenhandig openbreken. Uiteraard is het wel zo dat de belastingplichtige bij weigering om mee te werken aan het onderzoek een administratieve sanctie of strafsanctie riskeert of in het slechtste geval een strafklacht (met uiteindelijk eventueel ook een huiszoekingsbevel tot gevolg). Een belangenafweging is dan ook meestal op zijn plaats. Er wordt best zelf (via interne IT dienst) een kopie aangeboden van de specifieke computerbestanden waarom de BBI vraagt, men laat beter niet toe dat de BBI zelf plaats neemt achter de computer en daardoor feitelijk een volledige kopie van de server meeneemt. Als er vragen zijn van de BBI kan gevraagd worden om deze vragen later schriftelijk in alle rust te mogen beantwoorden. Het is zeer aangewezen om bij het einde van de inval goed het verslag te overlezen en desgewenst opmerkingen of voorbehouden te maken (bijvoorbeeld als men geen toestemming heeft gegeven voor bepaalde onderzoeksdaden). Of men kan de advocaat ter plaatse roepen om dat samen met hem/haar te doen. Inval van de gerechtelijke politie. Gaat het om een inval van de gerechtelijke politie, dan moet men het huiszoekingbevel controleren: is het ondertekend, wordt de plaats duidelijk vermeld en wordt de reden vermeld? In tegenstelling tot een inval van de BBI is de toestemming van de belastingplichtige niet vereist voor de zoekingen waarvoor een geldig huiszoekingsbevel wordt voorgelegd (let wel, is er geen geldig huiszoekingsbevel dan is de toestemming wel nodig, men geeft dus best niet zomaar toestemming als men twijfelt over de geldigheid van het huiszoekingsbevel). Het is aangewezen medewerking te verlenen en zich niet te bezondigen aan obstructie van het strafonderzoek. Na afloop van de huiszoeking is het aangeraden om het proces-verbaal dat wordt opgemaakt te controleren en indien nodig opmerkingen te maken. Als advocaat staan wij ter beschikking, tijdens een inval zelf dan wel na een inval ter evaluatie van de verder te verwachten/te nemen stappen.

Lees meer!

Vennoten kunnen niet in een coöperatieve ‘gegijzeld’ worden

24/02/2021 - Bram Stragier, Jelle Derammelaere

Landbouwers zijn vaak verenigd in coöperatieven die “producentenorganisaties” worden genoemd. Op dit lidmaatschap is een uitgebreide Vlaamse en Europese regelgeving van toepassing (onder meer uniek lidmaatschap, leveringsplichten en subsidies). Deze producentenorganisaties nemen de vorm aan van een coöperatieve vennootschap. Elke producentenorganisatie moet in haar statuten een bepaling opnemen die een uittredingsverzoek tegen uiterlijk 30 juni van elk jaar mogelijk maakt, waarbij de uittreding ingaat uiterlijk op 31 december van datzelfde jaar. Ons kantoor trad op voor een vennoot die tijdig een verzoek tot uittreding overgemaakt aan een West-Vlaamse coöperatieve. Deze liet vlak voor het jaareinde weten dat zij de uittreding niet kon aanvaarden, wegens beweerde schendingen door de vennoot van zijn verplichtingen (waaronder bijv. de leveringsplicht). Men sprak van een ‘schorsing’ die zou blijven duren totdat de vennoot aantoonde dat er geen schendingen waren en/of alle beweerde schade vergoed was. De betrokken vennoot zag zich door deze praktijk ‘gegijzeld’ in de coöperatieve vennootschap, nu een landbouwproducent conform de Europese en Vlaamse Wetgeving maar lid kan en mag zijn van één producentenorganisatie. De coöperatieve bleef bovendien vergoedingen claimen op de productie van de landbouwer. Een en ander heeft ook zijn impact op de landbouwsubsidies en bleek geen alleenstaand geval te zijn. De vennoot verzette zich daartegen en dagvaardde de coöperatieve in kort geding. De kortgeding rechter heeft - terecht - komaf gemaakt met deze praktijk. De rechtbank bevestigde dat de vennoot die tijdig zijn verzoek tot uittreding had geuit, effectief moet kunnen uittreden, ongeacht of er eventuele schendingen zijn van de verplichtingen van de vennoot. Dit laatste kan zijn belang hebben voor de afrekening tussen partijen, maar mag het principiële recht tot uittreding niet in de weg staan. Deze beschikking stelt een einde aan de pogingen van sommige coöperatieven om de vrijheid van haar vennoten te beknotten. De vennoten moeten te allen tijde kunnen uittreden, al dan niet om zich bij een andere coöperatieve te kunnen aansluiten.

Lees meer!

Fiscale vakpers

10/02/2021 - Stijn Lamote, Arne Hanssens

Lamote Stragier Advocaten verschijnt opnieuw in de fiscale vakpers. Lees het artikel van Arne Hanssens en Stijn Lamote in Fiscale Actualiteit nummer 4: Hof te Gent bakent contouren van fiscaal misbruik verder af, ook bij successieplanning. Meer info?

Lees meer!

Overnames van familiebedrijven – valuedrivers in de voorbereidende fase en in het overnamecontract!

16/04/2018 - Stijn Lamote

Een optimale juridische voorbereiding van een overname alsmede een op maat gesneden overnamecontract zijn dé sleutels voor een succesvolle overname. Bij wijze van voorbeeld vertrekkende vanuit het perspectief van de verkoper, zetten we hierna enkele krijtlijnen (niet limitatief) uiteen die zijn/haar belang kunnen dienen; een beoordeling in het belang van de koper zal doorgaans het spiegelbeeld vormen van het onderstaande.

Juridische voorbereiding – het kaderen van het te verkopen bedrijf

De definitie van het te verkopen familiebedrijf is cruciaal. Vaak bevinden zich in het familiebedrijf diverse bestanddelen die een verkoop bemoeilijken, we denken aan door de familie privaat gebruikt vastgoed of beleggingsvastgoed. Soms bevinden zich in het bedrijf ook nevenactiviteiten die een mogelijke koper niet interesseren. In die zin is het van belang, vooraleer het familiebedrijf als verkoopbaar op de markt komt, het bedrijf verkoopsklaar te maken en van alle ballast te ontdoen. Een transparant verkoopsklaar familiebedrijf plaatst je een aantal stappen vooruit in het negotiatieproces en vermijdt dat je omwille van historische complexiteiten als verkoper toegevingen moet doen, bv. op de prijs.

De juridische technieken om een vennootschap bedrijfsklaar te zetten zijn ruim. Er kan gebruikt worden van een belastingvrije (partiële) splitsing om de vennootschappen uit te dunnen tot de juiste scope. Afhankelijk van de feitelijke, juridische en fiscale context kan er ook gewerkt worden met overdracht van bedrijfsactiva (individueel of als bedrijfstak). Dit valt telkens geval per geval te beoordelen.

Soms is het zelfs aangewezen om het bedrijfsvastgoed van de exploitatie af te splitsen zodat apart zowel het bedrijfsvastgoed als de exploitatie op de markt kunnen worden geplaatst. Dit verlaagt de instap voor een bepaalde categorie kopers, en biedt de mogelijkheid het bedrijfsvastgoed te behouden en/of het bedrijfsvastgoed slechts in een tweede fase te verkopen dan wel het bedrijfsvastgoed aan een andere investeerder te verkopen. In het geval een sterke partner het bedrijf overneemt zullen zij in hun prijszetting in bepaalde gevallen vaak weinig waarde hechten aan het bedrijfsvastgoed, zodat het naar prijszetting toe in bepaalde gevallen weinig impact heeft als er al dan niet een bedrijfsvastgoed in de exploitatievennootschap zit.

De boodschap is vooral deze (herstructurerings)beweging in te zetten vooraleer het verkoopproces op te starten.

Het overnamecontract

Een overnamecontract bevat veel meer dan alleen maar een prijs ontvangen door de verkoper en de bevestiging van de overdracht van de aandelen aan de koper.

Inzake prijs wordt er soms naast een vast gedeelte van de prijs ook een variabele prijs (earn out) overeengekomen waarbij de verkoper een bijkomende prijs kan ontvangen bij het bereiken van bepaalde milestones. Dit veronderstelt – naast een duidelijk geformuleerde milestone - dat de verkoper zelf (nog tijdelijk) actief blijft in de targetvennootschap. De verkoper dient zich in dit geval bijvoorbeeld zoveel mogelijk te beschermen tegen een vervroegde beëindiging van de samenwerking waardoor de milestone niet bereikt wordt; voor dat geval kan worden gestipuleerd dat hij/zij de earn-out sowieso toch (gedeeltelijk) bekomt, tenzij de stopzetting van de samenwerking teruggaat op specifieke feiten. De verkoper kan ook stipuleren dat de earn out ook meteen verschuldigd wordt bij een doorverkoop door de koper, al dan niet beperkt tot de door de koper daarbij gerealiseerde meerwaarde, … Een afzonderlijke issue, bij het verder (tijdelijk) blijven functioneren van de verkoper, is een samenwerkingsovereenkomst. De vergoeding, de targets en de modaliteiten van beëindiging zijn cruciaal vast te leggen.

Indien er gewerkt wordt met een (gedeeltelijke) uitgestelde betaling, wat voor de verkoper niet de meest optimale situatie is, dan kan de verkoper best een stevige (risico)interestvoet eisen. Daarenboven bekomt hij ook best een betalingsgarantie (bv onder de vorm van een bankgarantie) en wordt de afspraak gemaakt dat in bepaalde gevallen de uitstaande prijs meteen betaalbaar wordt (bv bij doorverkoop van aandelen, bv bij het aangaan door de verkochte vennootschap van nieuwe financieringen, …).

Vaak zal de koper in het overnamecontract voorzien dat problemen die het verleden van de vennootschap betreffen – dit wil zeggen problematieken die dateren van vóór de datum van effectieve overdracht van de aandelen – alsnog in bepaalde mate ten laste moeten komen van de verkoper. Dit kan bv gaan over een historisch fiscaal probleem of milieuprobleem, een plots opduikende onbetaalde leverancier, een openstaande klant uit het verleden die onbetaald blijft of een schadegeval onder de vorm van een gebrekkige levering uit het verleden, … De koper zal vragen dat bepaalde zaken door de verkoper met betrekking tot de vennootschap worden (1) verklaard en gewaarborgd (bv dat alle leveranciers zijn betaald, dat alle vorderingen op klanten inbaar zijn, …) en dat (2), als bepaalde verklaringen en waarborgen niet correct blijken, de verkoper de schade alsnog voor zijn rekening neemt onder de vorm van een aan de koper terug te betalen deel van de aandelenprijs.

Op beide punten dient de verkoper zich het leven zo makkelijk mogelijk maken door de clausules in dit verband zo goed mogelijk te negotiëren.

Inzake de te verlenen verklaringen en waarborgen is het meest optimale contract voor de verkoper als volgt geschreven:

  • er wordt door de verkoper niets verklaard met betrekking tot de situatie na de overdracht (bv inzake te verwachten omzetcijfers)
  • er zijn voor het overige zo weinig mogelijk verklaringen en waarborgen gegeven door de verkoper; als er geen verklaringen en waarborgen zijn wordt de koper immers geacht de aandelen te kopen in de staat waarin ze zich bevinden met alle voor- en nadelen en kan hij de verkoper hieromtrent niet meer aanspreken
  • enkel specifieke en slechts in beperkte mate algemene verklaringen en waarborgen worden door de verkoper gegeven
  • bevestigen dat de verklaringen en waarborgen van de verkoper in bepaalde gevallen niet gelden (zogenaamde disclosure); zo kan er meer worden voorzien dat alle info die in publieke registers beschikbaar is alsmede alle info die is meegedeeld in het kader van de voorafgaande doorlichting van de verkochte vennootschap door de koper (de zogenaamde due diligence) niet onder de verklaringen en waarborgen vallen; in die zin heeft de verkoper er alle belang bij dat er een due diligence is en dat hij de koper daartoe alle nuttige info bezorgt; ook kunnen er in het kader van de negotiatie specifieke mogelijke schadegevallen uitgesloten worden van de verklaringen en waarborgen van de verkoper;

Inzake de toe te zeggen schadevergoedingen (voor het geval de koper zich dan toch zou kunnen beroepen op een verklaring/waarborg) kan de verkoper in ideale omstandigheden het volgende negotiëren:

  • de schade kan enkel in een zo kort mogelijke periode na de overname worden geclaimd (bv 12 of 24 maanden)
  • de schade kan enkel worden geclaimd mits de koper daartoe een formele procedure naleeft (bv aangetekende ingebrekestelling binnen de 30 dagen na kennisname van de schade)
  • de verkoper heeft de kans om het proces voor rekening van de vennootschap te voeren om de schade te betwisten (bv indien een fiscale claim opduikt kan de verkoper optreden voor de vennootschap en deze maximaal betwisten)
  • de schade wordt afgemeten op het impact dat het schadegeval heeft op het eigen vermogen van de vennootschap (met uitsluiting van andere schade zoals indirecte schade of gevolgschade (bv imagoschade); daarbij dient rekening te worden gehouden met de fiscale voordelen die de verkochte vennootschap bekomt door het schadegeval (bv belastingbesparing, uitkeringen door derden zoals verzekeringsuitkeringen)
  • de schade kan per schadegeval en enkel worden geclaimd indien ze een bepaalde minimumdrempel overschrijdt
  • de schadevergoedingen dienen in totaliteit te worden geplafonneerd op een zo laag mogelijk bedrag
  • de verkoper dient idealiter slechts een zo beperkt mogelijke waarborg te geven

Verkopen is met andere woorden ook een proces van juridische en fiscale voorbereiding, daarnaast is verkopen ook een oefening om de transactie en de ontvangen verkoopprijs maximaal veilig te stellen.