Ce site web utilise différents types de cookies. Vous trouverez plus d'informations sur l'utilisation des cookies dans notre cookie policy. Vous pouvez à tout moment adapter votre consentement aux cookies via les paramètres de votre navigateur. La poursuite de l'utilisation du site web implique votre consentement à notre cookie policy .

J'accepte

Abonnement à la newsletter

Saisissez votre adresse e-mail ci-dessous et recevez nos newsletters automatiquement dans votre boîte de réception !

S'abonner à la newsletter

Newsletters

De ‘gekwalificeerde’ bezoldigingstheorie

15/01/2024 - Stijn Lamote

Lamote Stragier Advocaten is contentpartner bij Business Vlaanderen. Lees het contentartikel ‘Is vastgoed voor privégebruik een aftrekbare kost in de vennootschap?’ Meer info: stijn@lamotestragier.be

Voir plus!

De ‘gekwalificeerde’ bezoldigingstheorie

15/01/2024 - Stijn Lamote

Lamote Stragier Advocaten is contentpartner bij Business Vlaanderen. Lees het contentartikel ‘Is vastgoed voor privégebruik een aftrekbare kost in de vennootschap?’ Meer info: stijn@lamotestragier.be

Voir plus!

De bierroute by LSA

07/11/2023 - Stijn Lamote, Arne Hanssens

LSA was de uitvinder en pionier van de zgn. bierroute. Dit is een techniek om roerende goederen te schenken zonder schenkbelasting. Een uitgebreide analyse van deze techniek en de toepassingsvoorwaarden ervan vind je in de Fiscale Actualiteit nr. 30. Meer weten over de bierroute? Ons team staat voor jou klaar.

Voir plus!

Partner Business Vlaanderen

24/10/2023 - Bram Stragier, Stijn Lamote

Lamote Stragier Advocaten is contentpartner geworden bij Business Vlaanderen. In de editie 2023/5 verschijnt alvast een artikel met de voorstelling van ons recent uitgebreide kantoor, en een eerste contentartikel Tax Gamechangers in M&A. Bij LSA 3.0 hoort ook een nieuwe advertentie. Een groter team, meer gezichten … maar met één DNA: kwalitatief, op hoog tempo en in begrijpbare taal. En met een unieke twee-eenheid tussen M&A en Tax. We act as one.

Voir plus!

Liquidatiereserve na de verkoop van aandelen? Hof Gent brengt goed fiscaal nieuws voor M&A praktijk.

21/09/2023 - Stijn Lamote

Ons kantoor heeft in een procedureslag met de fiscale administratie een belangrijke uitspraak over de fiscale streep getrokken, een uitspraak met een grote praktische relevantie voor de fiscale advieswereld in het algemeen en de fiscale issues rond de verkoop van bedrijven in het bijzonder. Groot of klein zijn maakt als vennootschap een groot fiscaal verschil uit. Voor kleine vennootschappen is een resem van fiscale gunstmaatregelen voorzien in de inkomstenbelastingen zoals de investeringsaftrek of het systeem van de liquidatiereserve. Groot ben je als je twee van de drie groottecriteria overschrijdt - de groottecriteria zijn 50 personeelsleden, omzet van € 9.000.000,00 en/of een balanstotaal van € 4.500.000,00. Door het consistentiebeginsel word je pas groot nadat twee opeenvolgende jaren de groottecriteria zijn overschreden, maar word je ook pas terug klein nadat die criteria opnieuw twee opeenvolgende jaren niet zijn overschreden. Of je groot of klein bent wordt ook geconsolideerd bekeken, bv. een individueel kleine moedervennootschap met een grote 100% dochtervennootschap wordt toch als groot beschouwd. Beide beginselen, de consistentie en de consolidatie, hebben een spanningsveld gecreëerd. En daar heeft het Hof Gent in haar arrest van 19 september 2023 klaar en duidelijk in getrancheerd. Een holding (die op zich klein was) verkocht een gelieerde vennootschap (die individueel groot was) en wou in het jaar van verkoop genieten van de fiscale gunstmaatregelen voor kleine vennootschappen. De fiscus wees evenwel op het consistentiebeginsel, en nam het standpunt in dat de holding nog twee jaar groot bleef (en dus bv. geen investeringsaftrek kon genieten, maar ook geen liquidatiereserve aanleggen, in het jaar van verkoop). Wij namen het standpunt in dat, doordat de consolidatie weggevallen was – de gelieerde vennootschap was verkocht in de loop van het boekjaar – de holding retroactief (voor de vorige twee jaar) individueel moest bekeken worden en dus het label van ‘klein’ moest opgekleefd krijgen. We verwezen daarbij onder meer naar de bedoelingen van de Europese en Belgische wetgever die uitgaan van het principe ‘denk eerst klein’. De kleine vennootschap is de regel, de grote vennootschap is de uitzondering. Deze redenering is door het Hof onderschreven. Het fiscale impact voor de M&A praktijk is buitengewoon groot: deze uitspraak houdt in dat als een private holding een grote vennootschap verkoopt, ze onmiddellijk terug individueel moet benaderd worden en dus per veronderstelling klein wordt. Bijgevolg kan ze in het jaar van verkoop een liquidatiereserve aanleggen op de gerealiseerde meerwaarde n.a.v. de verkoop van aandelen en de verkoopprijs dus met 10% liquidatieheffing (als de holding wordt geliquideerd) of 15% liquidatieheffing (als de holding wordt aangehouden) laten doorstromen naar de achterliggende privé-aandeelhouder. Door het (verrassende) standpunt van de fiscus, overigens bevestigd in eerste aanleg door de rechtbank van Brugge, was die mogelijkheid twijfelachtig geworden, en diende eventueel het reguliere dividendtarief van 30% te worden betaald (aangezien grote vennootschappen geen liquidatiereserve kunnen aanleggen). We houden u op de hoogte of de fiscus al dan niet berust in deze casus. Wie kopie wil van het arrest kan dit opvragen bij: stijn@lamotestragier.be

Voir plus!

Fiscale regularisaties, last call!

19/09/2023 - Stijn Lamote, Tom Bostoen

Sedert 2016 is er een regularisatiemogelijkheid om fiscaal onzuivere situaties recht te zetten. U betaalt hiervoor: een heffing tegen het tarief dat van toepassing was op het ogenblik van de inbreuk, verhoogd met 25 procentpunten (bijvoorbeeld een btw-ontduiking wordt belast tegen 21%+25% ofwel 46%), op inkomsten die fiscaal nog niet zijn verjaard; een vlakke heffing tegen het tarief van 40% op fiscaal verjaarde kapitalen. Vaak komen dergelijke situaties aan het licht naar aanleiding van de intentie om patrimonium uit het buitenland naar een Belgische bankrekening te repatriëren of uit een kluis op een Belgische bankrekening te plaatsen. De bank zal immers, in het kader van haar witwasverplichtingen, het bewijs willen zien dat de tegoeden hun normaal fiscaal regime hebben ondergaan, wat men op heden vaak niet meer weet, laat staan dat dit nog te bewijzen valt. De enige mogelijkheid die dan soms nog rest is om te regulariseren en de regularisatieheffing te betalen aan de Belgische staat. Gedeeltelijke regularisaties zijn daarbij uit den boze. Wie kapitaal in het buitenland heeft, dient dit volledig te regulariseren, dan wel het legaal karakter ervan met (keiharde) stukken aan te tonen. Op basis van rechtspraak van de rechtbank van Brussel kan de rulingcommissie op basis van een door de belastingplichtige opgemaakte gedetailleerde indiciaire afrekening in bepaalde gevallen wel bereid gevonden worden om een deel van het vermogen op basis van vermoedens als van legale oorsprong te aanvaarden. Maar dan moet de dossieropbouw goed en stevig in elkaar zitten. Het systeem van de fiscale regularisaties gaat na 31 december 2023 definitief op de schop. Uit vertrouwelijke bron vernemen wij dat er geen verlenging komt. Aangiften die ingediend worden voor deze datum zullen wel nog behandeld worden door de bevoegde commissie. Voor regularisaties vanaf 1 januari 2024 zal de BBI/ het parket moeten worden aangeschreven, wat wellicht in een ander boetekader zal plaatsvinden. Wie nog met (vragen omtrent) een regularisatie op de lever ligt, schiet best nu uit de sloffen om de deadline te halen. Dergelijke dossiers hebben immers sowieso een lange doorlooptijd (o.a. opvragen van bankhistorieken … om nog maar te zwijgen van een indiciaire afrekening); op 31/12/2023 is het onherroepelijk voorbij. Voor verdere vragen omtrent fiscale regularisaties of bijstand bij uw regularisatiedossier kunt u steeds contact opnemen met ons via: stijn@lamotestragier.be tom@lamotestragier.be

Voir plus!

LSA next level: 7 nieuwe collega’s ingecheckt!

14/09/2023 - Bram Stragier, Stijn Lamote

Lamote Stragier Advocaten staat voor kwaliteit, maar ook voor dienstverlening “op het tempo van de ondernemer” en dat met een unieke combo tussen tax & ondernemingsrecht/M&A. Gezien de klantenbasis blijft groeien, krijgen we de kans om ons team op te schalen tot 22 LSA’ers. Onze 7 nieuwe mensen: 2 vennoten-advocaten Jens Rau stapt over van het kantoor Belexa, waar hij managing partner was – ondernemingsrecht & M&A Marnix Van Keirsbilck stapt over van het fiscaal nichekantoor Dumon, Sablon & Vanheeswijck, waar hij vennoot was – fiscaal recht met focus op internationale fiscaliteit en vennootschapsbelasting 4 medewerkers-advocaten Joeri Coelus - 5 jaar actief als fiscaal jurist - team fiscaliteit met focus op tax & M&A Cara Van Geenberghe - 4 jaar actief als advocaat - ondernemingsrecht & M&A Florian Dewulf - ondernemingsrecht Joren Van Poucke - team fiscaliteit met focus op vermogensplanning 1 Paralegal Delphine D’Hulster, sinds 2016 actief als paralegal, neemt deze functie voortaan waar in LSA Behoorlijk wat extra ervaring dus. Meer info per nieuweling vind je op onze website.

Voir plus!

Fiscale procedure in een nieuw jasje

11/09/2023 - Stijn Lamote, Tom Bostoen

De wet van 20 november 2022 voerde een aantal drastische wijzigingen door aan de fiscale procedure, in deze nieuwsbrief vatten wij de 2 belangrijkste wijzigingen voor u samen: 1. Dwangsom Een eerste belangrijke aanvulling betreft de mogelijkheid voor de fiscus om een dwangsom op te leggen indien u weigert mee te werken aan een fiscaal onderzoek. Waar dit vroeger praktisch enkel resulteerde in een ambtshalve aanslag, beschikt de fiscus nu over een extra wapen om medewerking af te dwingen. De dwangsom moet evenwel gevalideerd worden door de rechtbank in een tegensprekelijk debat, wat er voor zorgt dat u zich als belastingplichtige kan verzetten, het geen uiteraard het proces vertraagt. 2. Uitbreiding onderzoeks- en aanslagstermijn De veruit belangrijkste wijziging betreft evenwel de uitbreiding van de onderzoeks- en aanslagtermijnen, de concrete aanpassingen zijn als volgt: Tot en met aanslagjaar 2022: 3-jarige termijn: Foute, laattijdige of niet-aangifte 7-jarige termijn: Fraude (bedrieglijk opzet) 10-jarige termijn: Juridische constructies in belastingparadijzen Vanaf aanslagjaar 2023: 3-jarige termijn: Foute aangifte 4-jarige termijn: Laattijdige of niet-aangifte 6-jarige termijn: Welbepaalde internationale elementen 10-jarige termijn: Fraude en ‘complexe’ aangiften De nieuwe termijnen gelden pas voor aanslagen die gevestigd worden met betrekking tot aanslagjaar 2023. Controles die nu lopende zijn hebben praktisch steeds betrekking op voorgaande aanslagjaren waar de fiscus nog gebonden is aan de oude termijnen. 3. Uitbreiding bezwaartermijn (met onmiddellijke ingang) Ter ‘compensatie’ van deze wijzigingen krijgt de belastingplichtige een uitbreiding van diens bezwaartermijn van 6 maanden naar 1 jaar. Een doekje voor het bloeden aangezien de fiscus de invordering steeds assertiever opstart na 2 maanden. De reële bezwaartermijn bedraagt dus eigenlijk maar 2 maanden. Voor meer duiding inzake de impact hiervan op uw dossier kunt u steeds terecht bij: stijn@lamotestragier.be tom@lamotestragier.be

Voir plus!

Lamote Stragier Advocaten in vakliteratuur

25/04/2023 - Arne Hanssens, Sarah Vandorpe

Lamote Stragier Advocaten kwam afgelopen week in de vakliteratuur met hun artikel “Vertrouwensbeginsel bindt ook Vlabel”. Lees hier het artikel. Levert Vlabel een attest af waarin ze bevestigt dat een vennootschap kwalificeert als een familiale vennootschap in het kader van het gunstregime in de schenk- en erfbelasting, dan is Vlabel hier ook aan gebonden, althans in zoverre de omstandigheden ongewijzigd blijven. Intussen vernamen we dat Vlabel berust in de uitspraak van de Gentse rechter.

Voir plus!

Wat is trending in fiscale geschillen en fiscaal strafrecht (deel 3)

21/11/2019 - Stijn Lamote

Een fiscale controle leidt doorgaans tot discussies over principes en/of over feiten. De feiten verschillen van dossier tot dossier, zodat de aanpak steeds verschilt. Wat de principes betreft, stellen we als kantoor vast dat dezelfde thema’s vaak terugkeren, en dat de administratie zich nogal principieel opstelt.

Met een driedelige reeks lichten we telkens enkele hot topics toe.

In dit derde luik komen aan bod:

  • Landbouwforfait
  • Einde opstal vennootschap – impact in de personenbelasting van de bedrijfsleider
  • Toepassing antimisbruikbepaling “step-ups“ (holdingstructuren)
  • Strafrechtelijke onderzoeken (onder andere naar aanleiding van verdachte transacties die door financiële instellingen worden gemeld aan het parket)

Landbouwforfait

Onder andere in de landbouw bestaat de mogelijkheid om in de personenbelasting een aangifte in te dienen op basis van een forfaitaire grondslag (bv. op het aantal bewerkte hectares), in plaats van op basis van bewijskrachtige boekhouding/werkelijke winsten. De fiscus heeft wel de mogelijkheid om – naderhand, bij controle van de aangifte - alsnog te pogen een nevenberekening te maken en een belasting op werkelijke winsten op te leggen.

Deze taxaties staan evenwel onder druk.

Vooreerst is het niet evident om als fiscus om een ‘niet-willekeurige’ nevenberekening te maken.

Er is immers doorgaans geen bewijskrachtige boekhouding voorhanden, nu een aangifte op basis van het forfait dit ook niet vergt.

Daarenboven stellen we vast dat deze taxaties zich vaak enten op bepaalde regio’s en soms zelfs op bepaalde belastingplichtigen, waardoor dit aanleiding geeft tot concurrentieverstoring.

Einde opstal vennootschap – impact in de personenbelasting van de bedrijfsleider

De fiscus heeft de laatste jaren verscherpte aandacht voor opstalstructuren. De feiten zijn doorgaans klassiek: de bedrijfsleider natuurlijke persoon kent aan zijn vennootschap een recht van opstal toe op een perceel grond dat hij in volle eigendom bezit en de vennootschap laat met dit recht een gebouw oprichten op de grond van de bedrijfsleider.

Bij de beëindiging van dit recht van opstal, komen de opstallen aan de grondeigenaar toe. Die moet daarvoor in principe een vergoeding betalen die gelijk is aan de waarde van de opstallen op dat moment, zo niet meent de administratie veelal dat het gratis verkrijgen van de opstallen een extra bedrijfsleidersbezoldiging uitmaakt of een in hoofde van de vennootschap een te belasten verworpen uitgave is. Dit administratieve standpunt is evenwel betwistbaar.

Zo stelt bepaalde rechtspraak dat een dergelijke taxatie bij het einde van het recht op opstal verjaard is aangezien de rechten op de opstallen eigenlijk reeds worden verkregen bij het vestigen van het recht op opstal. Anderzijds is er rechtspraak die stelt dat er maar sprake is van een belastbaar voordeel in de mate dat de begunstigde een beroepsband heeft met de vennootschap (wat per hypothese niet geldt voor bv. de echtgenote van de bedrijfsleider of de ex-bedrijfsleider).

Op controleniveau is dit geen evidente discussie. Los van deze procedurele argumenten is er ook vaak de discussie ten gronde. Wat is de waarde van de overgegane opstallen? Een verslag van een vastgoedexpert die de waarde van de opstallen (exclusief grond) onderbouwt is in ieder geval van groot belang.

Eventueel kan op deze problematiek worden geanticipeerd door de opstalduur te verlengen, en de opstallen nog niet te doen overgaan naar het privévermogen. Daardoor wordt de taxatie in ieder geval uitgesteld, en wordt de waarde van het overgedragen vastgoed – vanuit de idee dat waarde grond stijgt, maar dit niet het geval is voor gebouwen - in de toekomst in principe ook kleiner. Noteer dat in bepaalde gevallen de formele verlenging van de opstalduur ook met een zekere vorm van retroactiviteit kan als de partijen zich verder hebben gedragen alsof de opstalverhouding doorliep.

Toepassing antimisbruikbepaling step-ups (holdingstructuren)

Step-ups zijn structuren waarbij er boven de werkvennootschap een holding wordt opgericht door middel van een inbreng in natura van de aandelen van de werkvennootschap(pen) waarbij er vervolgens - gefinancierd met dividenden van de werkvennootschap(pen) - een belastingvrije kapitaalvermindering plaatsvindt in de holdingvennootschap. Dit is al jaren een doorn in het oog van de fiscus.

De fiscus percipieert dit alsof een aandeelhouder belastingvrij dividenden uit zijn werkvennootschap(pen) haalt. De recente wetgevende initiatieven hebben het onmogelijk gemaakt om met dergelijke inbrengen nog fiscaal gestort kapitaal te creëren, maar er zijn nog heel wat vennootschappen die over een ‘oud’ kapitaal beschikken dat destijds nog zo werd gevormd.

Indien dergelijke vennootschappen thans overgaan tot een kapitaalvermindering, probeert de fiscus niet zelden deze kapitaalverminderingen alsnog te belasten als een dividenduitkering door toepassing te maken van de nieuwe antimisbruikbepaling, en dit zelfs ondanks het lange tijdsverloop tussen de kapitaalinbreng en de kapitaalvermindering.

Hoewel deze taxaties uitermate betwistbaar zijn, stellen we vast dat vennootschappen tot op het niveau van de rechtbank moeten gaan om hun gelijk te halen. Het allereerste precedent in deze context is ondertussen positief beslecht door het Hof van Beroep te Gent. Er wordt algemeen wel verwacht dat er de komende jaren nog veel casussen over de toepassing van de nieuwe antimisbruikbepaling zullen moeten beslecht worden door de rechtbanken en hoven.

Strafrechtelijke onderzoeken (onder andere naar aanleiding van verdachte transacties die door financiële instellingen worden gemeld aan het parket)

Tot slot stellen we vast dat meer en meer fiscale zaken door het parket zelf worden behandeld, omdat er een frauduleus aspect aan verbonden is.

Het gaat om niet-officiële omzet, valse facturen, e.d.m.. Strafzaken vinden daarbij soms hun oorsprong in verdachte transacties (cashtransacties, transacties met buitenlandse rekeningen of het voornemen van dergelijke transacties) die door de financiële instellingen of andere tussenpersonen, buiten het medeweten van betrokken, werden gemeld aan de CFI. Indien één en ander voldoende zwaar weegt, geeft de CFI dit door aan het parket die op haar beurt een fiscaal onderzoek kan starten.

Het aantal controles en fiscale geschillen stijgt. Heel wat problematieken komen zeer geregeld terug. Belangrijk is elk geval individueel te te evalueren en daarbij de verschilpunten met de typecasussen waarop de administratie/rechtspraak zich baseert te accentueren. Op die manier kan men een aanvaardbaar akkoord en/of een goede rechterlijke uitspraak nastreven.
Wij zijn ter beschikking voor overleg, vanaf de eerste fase van de controle, om deze strategie maximaal te bewandelen.