This website uses different kinds of cookies. You will find more information about the use of cookies in our cookie policy. You can adapt your cookie consent at any time via your browser settings. Further use of the website implies your consent to our cookie policy.

Accept

Newsletter registration

Fill in your email address below and automatically receive our newsletter in your mailbox!

Newsletter registration

Newsletters

Lamote Stragier Advocaten in vakliteratuur

25/04/2023 - Arne Hanssens, Sarah Vandorpe

Lamote Stragier Advocaten kwam afgelopen week in de vakliteratuur met hun artikel “Vertrouwensbeginsel bindt ook Vlabel”. Lees hier het artikel. Levert Vlabel een attest af waarin ze bevestigt dat een vennootschap kwalificeert als een familiale vennootschap in het kader van het gunstregime in de schenk- en erfbelasting, dan is Vlabel hier ook aan gebonden, althans in zoverre de omstandigheden ongewijzigd blijven. Intussen vernamen we dat Vlabel berust in de uitspraak van de Gentse rechter.

Read more!

Fiscale hervorming 2023

30/03/2023 - Stijn Lamote

Stijn Lamote leidt de Fiscale Actua Club bij SBM. Voor zijn laatste sessie van dit werkjaar – op 8/5/2023 - heeft Stijn Mark Delanote uitgenodigd om zijn kijk te geven op de fiscale toekomstplannen in België, waarvan Mark mee de auteur is. Alle lezers van de nieuwsbrief van Lamote Stragier Advocaten zijn hierbij uitgenodigd, ook al zijn ze geen lid van de Fiscale Actua Club. De uiteenzetting (en aansluitende receptie) gaan door in het Skyline Park te Izegem. Inschrijven kan – gratis - via de QR Code op bijgevoegde kaart. Het aantal plaatsen is beperkt.

Read more!

‘Kaasroute’ wordt ‘bierroute’

28/02/2023 - Stijn Lamote, Arne Hanssens

Ons kantoor mag zich een pionier noemen in successieplanning modern style. Na de gesloten Nederlandse kaasroute werd de Belgische bierroute geopend. Schenken kan (onrechtstreeks) terug zonder schenkingsrechten. De onrechtstreekse schenking van roerende goederen (bv. aandelen) gebeurt door de inbreng van deze vermogensbestanddelen in een maatschap. In ruil voor deze inbreng worden delen aan de begiftigde uitgegeven, in plaats van aan de inbrenger-schenker. Deze uitgifte aan de begiftigde kwalificeert als een onrechtstreekse schenking en wordt bevestigd in een pacte adjoint. Er is tegelijkertijd mogelijkheid tot voorbehoud van vruchten en een evenwichtig controlebehoud voor de schenker. Dit scenario werd bevestigd door Vlabel in een ruling van 27 februari 2023. Meer weten? stijn@lamotestragier.be – arne@lamotestragier.be

Read more!

Nieuwe spelregels voor contracten

10/01/2023 - Bram Stragier

Het nieuw verbintenissenrecht is op 1 januari 2023 in werking getreden en geldt voor alle overeenkomsten die sindsdien gesloten worden. De nieuwe spelregels grijpen in op het volledige, contractuele proces: De onderhandelingen en de fouten die daarbij kunnen gemaakt worden; De algemene voorwaarden en hun tegenstelbaarheid; De interpretatie van de clausules; De nietigheid van bepaalde clausules; De manier waarop omgegaan wordt met gewijzigde omstandigheden; De mogelijkheid om de schade forfaitair te ramen in het contract; De mogelijkheid om eenzijdig de prijs te verminderen bij een tekortkoming van de andere partij; De mogelijkheid om een contract vroegtijdig te verbreken, zelfs zonder concrete inbreuk van de andere partij; De gevolgen van de ontbinding van een overeenkomst; Enz. Dit nieuwe kader is een aandachtspunt bij iedere verrichting van iedere ondernemer, zowel in een B2B - als B2C-context. De regels zijn grotendeels van aanvullend recht, zodat partijen kunnen afwijken van de nieuwe voorschriften en een grote contractsvrijheid behouden. Een update van alle contractuele documenten is aan de orde (algemene voorwaarden, contracten voor verkoop, levering van diensten, aanneming, enz.). Ons team helpt u graag verder.

Read more!

Lamote Stragier Advocaten telt voortaan 5 vennoten

08/11/2022 - Bram Stragier, Stijn Lamote

​Steve Bonte, Jelle Derammelaere en Arne Hanssens worden vennoot bij Lamote Stragier Advocaten! Zij groeiden intern door en zijn fiere dragers van het kantoor-DNA. Hun instap vergroot de spoorbreedte van het kantoor en onderstreept de lange termijnvisie.

Read more!

Successieplanning ‘modern style’ in vakliteratuur

14/06/2022 - Arne Hanssens, Stijn Lamote

Lees het artikel van Arne Hanssens en Stijn Lamote “Vlabel neemt standpunt in over nieuwe maatschapstechnieken na sluiting kaasroute”.

Read more!

Successieplanning ‘modern style’

16/05/2022 - Stijn Lamote, Arne Hanssens

Eind 2020 is de Nederlandse kaasroute gesloten waardoor het schenken zonder 3% schenkbelasting voor roerende goederen sterk bemoeilijkt is. Sindsdien wordt creatief nagedacht over alternatieve planningstechnieken. Ons kantoor is hierin één van de voortrekkers en bekwam bij Vlabel de Voorafgaande Beslissing 22009, waarin alvast bepaalde alternatieve technieken door Vlabel worden gevalideerd. Dit is geen eindpunt, maar een verduidelijkende stap voorwaarts. Op korte termijn verschijnt hieromtrent een uitgebreid artikel in Fiscale Actualiteit (Kluwer). Dit artikel zal op onze nieuwsbrief en via onze LinkedIn pagina worden gedeeld.

Read more!

Fiscale fraude: de wapengelijkheid op de schop?

21/04/2022 - Stijn Lamote

Vivaldi wil een extra bedrag van 1 miljard euro (!) inzamelen uit een betere fraudebestrijding. Afgelopen weekend raakte bekend dat de regering daartoe een tweede actieplan klaar heeft. Een eerste plan werd vorig jaar al gelanceerd met topics als het moderniseren van de witte kassa’s, het uniformiseren van elektronische betalingen, het gerichter sanctioneren van wanbetalers en het verbeteren van de samenwerking tussen BBI en parket. Het tweede plan dat vandaag op tafel ligt, legt vooral de focus op internationale en complexere fraudedossiers. Twee actiepunten in dit plan springen in het oog. De regering is van plan om de fiscale onderzoeks- en aanslagtermijnen te brengen op tien jaar ingeval van fiscale fraude én ingeval van complexe dossiers. Daarnaast wil de regering dat er ook dwangsommen kunnen opgelegd worden aan bedrijven die weigeren hun medewerking te verlenen bij een BBI inval. De wetsvoorstellen in die zin moeten nog uitgeschreven en gestemd worden, dus het is voorlopig nog koffiedik kijken hoe de regelgeving er exact zal uitzien en wat bijvoorbeeld zal worden verstaan onder ‘complexe dossiers die een uitbreiding van termijn rechtvaardigen’. Als kantoor worden wij dagelijks geconfronteerd met dossiers van fiscale fraude, en we permitteren ons dan ook onze eerste appreciatie over deze initiatieven te delen. Fiscale fraude wordt in ons land in essentie bestreden op twee niveaus: “ernstige” fiscale fraude wordt strafrechtelijk bestreden op basis van een strafrechtelijk onderzoek door het parket; “gewone” fiscale fraude wordt bestreden door de fiscale administratie, meestal door de BBI, minder door lokale administraties. Strafrechtelijk fiscaal onderzoek anno 2022 – vergaand, maar onder toezicht Ernstige fiscale fraude die op vandaag door het parket wordt aangepakt is door de link met het witwasmisdrijf feitelijk onverjaarbaar zodat er hier geen wettelijk initiatief nodig is om het parket voldoende armslag te geven om ver terug te gaan in de tijd. In de praktijk stellen wij vast dat, als het parket voldoende documentatie heeft, zij gemakkelijk tot de jaren ’90 teruggaat. Een strafrechtelijk onderzoek naar fiscale fraude kan ook in een ander opzicht vergaand zijn, door de ruime onderzoeksbevoegdheden (denk maar aan een huiszoeking, verhoor, arrestatie…). Net omwille van het in diverse opzichten vergaand karakter van deze onderzoeken (in tijd maar ook in bevoegdheden) staat een dergelijk onderzoek onder toezicht van een onderzoeksrechter, die een bescherming moet vormen tegen onrechtmatig overheidsoptreden. Administratief fiscaal onderzoek anno 2022 – beperktere mogelijkheden voor de fiscus Een administratief onderzoek naar fraude is in vergelijking met een strafrechtelijk onderzoek minder vergaand. Bij een administratief onderzoek mag men geen dwang gebruiken en moet alles met de toestemming van de belastingplichtige gebeuren. In de praktijk stellen we vast dat de BBI de laatste jaren een fiscale visitatie steeds meer als een strafrechtelijke huiszoeking gaat zien. Nochtans blijft het basisprincipe bij een administratief onderzoek de toestemming. De verjaringstermijn bij de administratieve vervolging van fiscale fraude bedraagt doorgaans ook maar zeven jaar. Alleen voor juridische constructies in belastingparadijzen is er een termijn van tien jaar voorzien. Fiscale fraudebestrijding morgen – voldoende bescherming voor de belastingplichtige? In de strijd tegen fiscale fraude wil de regering nu die verjaringstermijn in geval van administratieve vervolging optrekken tot tien jaar. Bovendien wil de regering die verjaringstermijn van tien jaar ook gaan hanteren in “complexe dossiers”. Onder complexe dossiers zouden vooral internationale dossiers vallen aangaande transfer pricing, internationale transacties en juridische constructies. In deze dossiers zou er dus tien jaar terug kunnen worden gegaan in tijd, ook al is er geen sprake van fraude. Ook zal de BBI zich geruggesteund weten door dwangsommen bij onvoldoende medewerking van de belastingplichtige bij een onderzoek. Fiscale fraude dossiers neigen zo steeds meer het terrein van de fiscus te worden, met steeds meer bevoegdheden voor de fiscus in de richting van deze van het parket. Maar hoe zit het met toezicht op de fiscale administratie? Bij een optreden van het parket, kijkt de onderzoeksrechter onafhankelijk mee, onder meer met oog op vrijwaring van de rechten van verdediging van de belastingplichtigen. Wat is deze bescherming van de belastingplichtige bij de in de praktijk steeds verder gaande onderzoeken van de fiscale administratie, wat nu wettelijk nog verruimd zal worden? Hopelijk neemt de wetgever deze bezorgdheid straks mee bij het redigeren van de wetteksten. Complex = fraude? Tien jaar terug in de tijd kunnen gaan omdat dossiers complex zijn, zonder dat er sprake is van fraude, lijkt ons echter ook in elk geval een brug te ver. Belastingplichtigen moeten complexe regelgeving onmiddellijk correct kunnen toepassen maar de overheid krijgt in ruil wel tien jaar om complexe dossiers te bestuderen. Een administratieve verjaringstermijn van tien jaar voor niet ernstige fraude dossiers of complexe dossiers is disproportioneel. Men kan zich de vraag stellen of het wel verantwoord is dat vele strafrechtelijke inbreuken verjaren na vijf jaar terwijl niet ernstige fiscale fraude dossiers of complexe belastingdossiers op administratief niveau slechts als verjaard worden beschouwd na tien jaar. Zich verdedigen over feiten tien jaar na datum is door het lange tijdsverloop sowieso al niet evident. Is het dan echt maatschappelijk wenselijk om de verjaringstermijnen op administratief niveau voor niet ernstige fraude zaken of complexe belastingzaken ook nog eens te verlengen? Of is het budget belangrijker dan rechten van verdediging? Het is politiek uiteraard sympathiek om geld te gaan zoeken in zogenaamde fraudedossiers, maar vergaande maatregelen vereisen ook vergaande bescherming tegen onrechtmatig overheidsoptreden. In die zin is het logischer om vergaande maatregelen in geval van fraude onder te brengen onder het strafrechtelijk niveau en niet onder het administratief niveau. De bescherming tegen onrechtmatig overheidsoptreden op administratief niveau schiet immers maar al te vaak tekort, ook vandaag al. We zijn dan ook benieuwd of de wetgever erin zal slagen dit plan om te zetten in een evenwichtige wettekst. Wij houden u in ieder geval op de hoogte.

Read more!

Uitbreiding team

05/01/2022 - Stijn Lamote, Bram Stragier

Lamote Stragier Advocaten heeft haar team familiaal (vermogens)recht versterkt met Mr. Nathalie D’Hooghe. Zij is sinds 20 jaar verbonden aan de West-Vlaamse Balie en heeft in die tijd een nichepraktijk uitgebouwd in het familiaal recht en vereffening-verdelingen. De verruiming naar het brede familie- en familiaal vermogensrecht, naast de bestaande afdeling ‘vermogensplanning’ is een extra dienst naar onze cliënten, voor het geval deze geconfronteerd worden met familiale perikelen en/of verdelingen van een nalatenschap. Door de unieke synergie van het familiaal (vermogens) recht en het vennootschapsrecht, beschikt ons kantoor over een ervaren en multidisciplinair team voor echtscheidingsdossiers met complexe vennootschapssituaties.

Read more!

Mokerslag voor de retroactieve toepassing van de antimisbruikbepaling

13/02/2020 - Stijn Lamote

De Programmawet van 29 maart 2012 heeft in ons wetboek van inkomstenbelastingen onder artikel 344 §1 WIB’92 een nieuwe verruimde antimisbruikbepaling ingeschreven. Zo kan er sindsdien sprake zijn van fiscaal misbruik wanneer (1) de fiscus in staat is te bewijzen dat het doel en de strekking van een bepaalde fiscale bepaling gefrustreerd zijn wanneer een bepaalde handeling niet zou belast worden én (2) de belastingplichtige daarbij niet is staat is te bewijzen dat de door hem gekozen rechtshandelingen door andere motieven worden verantwoord dan door fiscale motieven. Bij effectieve toepassing van de antimisbruikbepaling kan de fiscus de minder of niet belaste handeling negeren en de meer belaste handeling in de plaats stellen.

Inwerkingtreding antimisbruikbepaling volgens de letterlijke lezing wet

De inwerkingtreding van deze nieuwe antimisbruikbepaling wordt in artikel 169 van voormelde Programmawet uitdrukkelijk geregeld als volgt: “Artikel 167 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2013, alsmede op rechtshandelingen of het geheel van rechtshandelingen die zijn gesteld tijdens een belastbaar tijdperk dat afsluit ten vroegste op de datum van bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad en is verbonden aan het aanslagjaar 2012. (…)” (eigen klemtoon)

Uit deze bepaling blijkt duidelijk dat de nieuwe antimisbruikbepaling slechts van toepassing is op (het geheel van) rechtshandelingen gesteld vanaf aanslagjaar 2013 (met een uitzondering voor vennootschappen die anders dan per kalenderjaar boekhouden). Alle betrokken rechtshandelingen moeten daarbij dateren vanaf dit aanslagjaar 2013 en er kan geen retroactieve werking worden verleend aan de antimisbruikbepaling.

Inwerkingtreding antimisbruikbepaling volgens de administratie

De administratie interpreteert deze nochtans duidelijke wetsbepaling evenwel anders. In haar Circulaire Ci. RH. 81/616.207 d.d. 4 mei 2012 stelt de administratie dat het inzake de inkomstenbelastingen voor de toepassing van de antimisbruikbepaling volstaat dat de laatste rechtshandeling, die deel uitmaakt van een “geheel van rechtshandelingen die een zelfde verrichting tot stand brengt”, in de loop van het aanslagjaar 2013 en volgende gesteld is, opdat artikel 344, §1, (nieuw) WIB’92 toepassing zou kunnen vinden op het geheel van de rechtshandelingen (m.i.v. de rechtshandelingen die vóórdien werden gesteld).

Typecasus: de step-up (inbreng aandelen in holding gevolgd door kapitaalvermindering)

Dit standpunt van de administratie impliceert bijvoorbeeld dat zij op een rechtshandeling uit de jaren ‘90 in combinatie met rechtshandelingen vanaf aanslagjaar 2013 - te denken valt aan de kapitaalinbrengen in het kader van een step-up die dateert van voor de inwerkingtreding van de antimisbruikbepaling en de daaraan gekoppelde kapitaalvermindering vanaf aanslagjaar 2013 - de nieuwe antimisbruikbepaling zou kunnen loslaten, om de loutere reden dat de laatste rechtshandeling (in de betrokken casus de kapitaalvermindering vanaf aanslagjaar 2013) heeft plaatsgevonden vanaf aanslagjaar 2013.

Van in het begin werd dit standpunt van de fiscus sterk bekritiseerd omdat dit vooreerst niet voortvloeit uit de tekst van de wet en bovendien in strijd is met het beginsel van de voorzienbaarheid van de wet. Men kan immers van de burger niet verwachten dat hij bij het stellen van rechtshandelingen in de jaren die aanslagjaar 2013 voorafgaan (bijvoorbeeld de jaren ’90) weet heeft van de latere inwerkingtreding van een nieuwe anti-rechtsmisbruikbepaling, die pas later de door hem in tempore non suspecto gestelde handeling fiscaal kan gaan beïnvloeden. Dit zou neerkomen op een ontoelaatbare retroactieve toepassing van fiscale wetgeving, waardoor de rechtszekerheid in het gedrang komt.

Ondanks deze stevige kritiek vanuit de rechtsleer bevestigden reeds enkele rechtbanken van eerste aanleg (Antwerpen, Brugge,..) het standpunt van de fiscus dat het voor de toepassing van de nieuwe antimisbruikbepaling volstaat dat de laatste handeling van het geheel van rechtshandeling plaatsvindt vanaf aanslagjaar 2013 (met een uitzondering voor vennootschappen die anders dan per kalenderjaar boekhouden).

Gent, 3 december 2019: geen retroactieve toepassing antimisbruikbepaling

Het Hof van Beroep te Gent oordeelt daar nu uitdrukkelijk anders over. In een recent arrest van 3 december 2019 roept het Hof de fiscus halt toe en oordeelt het letterlijk dat de lezing van de administratie dat, indien een geheel van rechtshandelingen wordt geviseerd, enkel de laatste van de rechtshandelingen moet zijn gesteld binnen het temporeel toepassingsgebied van artikel 344 §1 WIB’92, geen steun vindt in de wet.

Dit arrest is voor de hangende geschillen met betrekking tot de nieuwe antimisbruikbepaling, dan ook bijzonder relevant, inzonderheid voor de vaak geviseerde step-up constructies, zijnde structuren waarbij er boven de werkvennootschap een holding wordt opgericht door middel van een inbreng in natura van de aandelen van de werkvennootschap(pen) waarbij er vervolgens - gefinancierd met dividenden van de werkvennootschap(pen) - een belastingvrije kapitaalvermindering plaatsvindt in de holdingvennootschap. Indien de kapitaalinbreng zich situeert vóór de temporele inwerkingtreding van de nieuwe antimisbruikbepaling kan de fiscus op basis van deze rechtspraak hier niet langer de antimisbruikbepaling op los laten.

Mogelijk wordt dit arrest voorgelegd aan Cassatie,, doch het is alvast zeer positief dat het Hof van Beroep te Gent de visie van de administratie aan diggelen slaat. Belastingplichtigen die worden geconfronteerd met een retroactieve toepassing van de nieuwe antimisbruikbepaling hebben met dit arrest dan ook krachtige munitie om de strijd met de fiscus aan te gaan.