Ce site web utilise différents types de cookies. Vous trouverez plus d'informations sur l'utilisation des cookies dans notre cookie policy. Vous pouvez à tout moment adapter votre consentement aux cookies via les paramètres de votre navigateur. La poursuite de l'utilisation du site web implique votre consentement à notre cookie policy .

J'accepte

Abonnement à la newsletter

Saisissez votre adresse e-mail ci-dessous et recevez nos newsletters automatiquement dans votre boîte de réception !

S'abonner à la newsletter

Newsletters

Landbouwforfait geweigerd – eindelijk gerechtigheid: belastingverhoging niet toegelaten!

03/12/2024 - Stijn Lamote, Tom Bostoen

Ons kantoor is ondertussen gepokt en gemazeld in fiscale betwistingen in landbouwdossiers, meer bepaald rond de acties van de fiscale administratie om belastingplichtigen in de personenbelasting die hun winst forfaitair aangeven alsnog te taxeren op hun werkelijke winsten. De fiscus maakt daartoe een wedersamenstelling van de werkelijke winst aan de hand van bankuittreksels, btw listing, vermoedens, enz. De rechtspraak is al langer duidelijk: de fiscus kan die wedersamenstelling maken en de forfait naast zich neerleggen. In een door ons bekomen arrest van het Hof van Beroep van Gent van vandaag 3 december 2024 wordt evenwel duidelijk gesteld dat de belastingplichtige in dit verband geen fout kan verweten worden. Net zoals de fiscus het recht heeft om de forfait naast zich neer te leggen en te belasten op werkelijke (wedersamengestelde) winst, heeft iedere landbouwer – die geen volledige boekhouding voert – het recht om (in eerste instantie) zijn/haar winst forfaitair aan te geven. Het forfait is bepaald door de FOD Financiën zelf, en bepaalt bv. de forfaitaire winst op basis van het aantal hectare bewerkte landbouwgrond in portefeuille. Je kan als belastingplichtige niet bestraft worden om deze door de overheid zelf voorgeschreven systematiek toe te passen. Dit standpunt hebben wij als kantoor altijd ingenomen. En het Hof van Beroep volgt dit ook in niet mis te verstane bewoordingen. De starre houding van de fiscus om stelselmatig belastingverhogingen van 10% en meer toe te passen in dergelijke casussen lijkt daarmee een stevige knauw te hebben gekregen. Meer info: stijn@lamotestragier.be en tom@lamotestragier.be.

Voir plus!

“Verdachte periode” voor onrechtstreekse schenkingen: van 3 naar 5 jaar!

01/10/2024 - Arne Hanssens, Stijn Lamote

De nieuwe Vlaams minister van Begroting Ben Weyts heeft gisteren in een persconferentie enkele (verwachte) game-changers in successieplanning aangekondigd. De verlenging van de verdachte periode van 3 jaar naar 5 jaar voor niet-geregistreerde schenkingen is een fait accompli die heel snel in wet zal omgezet worden. Handgiften, bankgiften en andere bierroutes, die eventueel in de pipeline zitten, worden best prioritair uitgevoerd/afgehandeld. Zodra deze wet in werking treedt zal dergelijke planning slechts proof zijn voor zover de schenker niet overlijdt binnen de 5 jaar (in plaats van nu 3 jaar). Meer flou kondigt hij ook aan dat een aantal zogenaamde “achterpoortjes” zullen worden dichtgemaakt. Zonder twijfel gaat dit (onder meer) over het gunstregime voor schenking en vererving van familiebedrijven. We verwijzen naar ons eerder artikel terzake. klik hier. Het ijzer lijkt nu wel heel heet te worden. Smeden maar.

Voir plus!

Lamote Stragier Advocaten opent kantoor in Roeselare

01/10/2024 - Stijn Lamote, Bram Stragier

LSA Roeselare Lamote Stragier Advocaten opent per 1 oktober 2024 een tweede, volwaardige vestiging in Roeselare. Zo kunnen we u nog beter van dienst zijn. Adres: Meensesteenweg 315, 8800 Roeselare Tel. 051/79.55.97

Voir plus!

Fiscale procedure by LSA – News-alert

19/09/2024 - Stijn Lamote

Ons kantoor is gemoeid in een aantal principiële betwistingen met een breed impact op de fiscale (M&A) praktijk. Hier valt deze week heel wat nieuws te rapen: Eerder bekwamen we het arrest van het Hof Gent van 19 september 2023 (LSA nieuwsbrief - 21/09/2023) waarin het volgende werd bevestigd: een holding die een grote vennootschap verkoopt kan per einde boekjaar toch liquidatiereserve aanleggen als kleine vennootschap; door de verkoop is er niet langer verbondenheid tussen de holding en de grote vennootschap en wordt de holding per direct terug klein; het consistentiebeginsel in consolidatie speelt hier niet door de cesuur in de verbondenheid. Een belangrijk principe voor de M&A praktijk, zeker als er straks mogelijk een private meerwaardebelasting komt op de verkoop van aandelen in een grote vennootschap… . Per 12 september 2024 kregen wij bevestiging dat de fiscale administratie geen cassatie aantekent tegen dit arrest; dit door het Hof van Gent gevelde principe is met andere woorden definitief. De BBI heeft een aantal testcases aangespannen inzake bedrijven die als inschakelingsbedrijven (tewerkstelling van personeel dat anders moeilijk aan de bak komt) hun winst vóór belasting mochten vrijstellen, mits die winst in het bedrijf bleef en op een afzonderlijke rekening (belastingvrije reserve) werd geboekt. Een paar van die inschakelingsbedrijven die hun winst in die zin vrijstelden, deden toevallig ook een fusie met een dochtervennootschap in het jaar waarin ze winst mochten vrijstellen. Bij een fusie slorpt het inschakelingsbedrijf de dochtervennootschap belastingneutraal op. Indien de bij die opslorping verkregen netto-boekwaarde lager is dan de waarde waarvoor de aandelen van de opgeslorpte vennootschap op de balans stonden bij het inschakelingsbedrijf, is er boekhoudtechnisch een fusieminwaarde (al verarmt de vennootschap uiteraard niet). De fiscus beschouwt deze minwaarde, die overigens geneutraliseerd wordt via de verworpen uitgaven opdat er geen belastingvoordeel ontstaat door de fusie, desalniettemin als een verlies van vermogen voor het inschakelingsbedrijf. Ze verminderde dan ook de vrijstelbare winst met deze boekhoudkundige minderwaarde, al bleef alle operationele winst 1 op 1 in het inschakelingsbedrijf. Wij konden, nadat de rechtbank Brugge eerder de fiscus volgde, het Hof van Gent overtuigen dat de fiscus hier een foutieve redenering maakt – arrest Hof Gent, 17 september 2024. De synergie tussen onze specialisten herstructureringen en onze fiscale proceduralisten werkte hier weer perfect! Meer info : stijn@lamotestragier.be.

Voir plus!

Fiscale procedure – nieuw gezicht: Manuel Meul

12/09/2024 - Stijn Lamote

Lamote Stragier Advocaat blijft groeien. Nieuw gezicht in het team fiscale procedure is sinds enkele weken Manuel Meul. Manuel is al 12 jaar fiscaal advocaat ‘pur sang’ op het hoogste niveau, een ervaren dossiervreter / kuitenbijter die je moeilijk van je afschudt. Manuel is te bereiken op 056/897.601 en manuel@lamotestragier.be. Voor meer info, zie onze teampagina. Ons fiscale procedureteam is de laatste jaren belangrijk gegroeid. Dit is het gevolg van een aangroei aan fiscale discussies (klassieke controles, BBI controles, regularisaties en fiscale strafprocedures). Daarin hebben we als kantoor een eigen stijl ontwikkeld: we kijken niet enkel als proceduralisten naar een dossier, we zoeken met onze fiscale kennis ook een inhoudelijke oplossing. Op die manier streven we altijd eerst een strategisch onderhandelde oplossing na. We filteren tot hoofdzakelijk principiële dossiers om de rechtbanken en hoven te vatten.

Voir plus!

Schenken van ‘hybride’ familiale vennootschappen – 4 minuten voor 12!

19/08/2024 - Arne Hanssens, Stijn Lamote

Vennootschappen met een reële economische activiteit kunnen - mits de voorwaarden voldaan zijn - aan gunstige tarieven geschonken (0%) of vererfd worden (3% of 7%). Deze gunstige overdrachtstarieven zijn in het leven geroepen om de continuïteit van de familiebedrijven te vrijwaren en een duurzame tewerkstelling te garanderen. Het moeten betalen van hoge rechten bij overdracht van de aandelen van het familiebedrijf aan een volgende generatie (voornamelijk bij overlijden) zou het behoud van het familiebedrijf in Vlaamse handen - en dus de tewerkstelling ervan - in gevaar kunnen brengen. Vandaag voorziet de regelgeving dat een vennootschap die een reële economische activiteit uitoefent, overgedragen kan worden aan de gunstige tarieven. Ongeacht de omvang van deze reële economische activiteit ten opzichte van de volledige waarde van de ruimere vennootschap. Het gunstregime voor de overdracht van familiale vennootschappen is dus een “alles-of-niets-regime”. In principe kan vandaag een vennootschap waarin naast een activiteit er ook € 1.500.000,00 passieve beleggingstegoeden zitten (bv roerende beleggingen of beleggingsvastgoed) dus aan het gunsttarief overgedragen worden, mits er in de vennootschap ook een activiteit zit, al is die relatief beperkt. Je zou hier kunnen spreken van hybride familiale vennootschappen. Bepaalde politieke partijen – die deelnemen aan de huidige Vlaamse regeringsonderhandelingen – zijn tegenstander van deze “alles-of-niets-benadering” en zien deze regelgeving liever gewijzigd. In het verleden werd al geopperd voor een “doorkijkregime”, waarbij enkel de activa binnen de vennootschap(sgroep) die aangewend worden voor de reële economische activiteit kunnen overgedragen worden aan de gunsttarieven. Vermogen dat niet aangewend wordt voor de economische activiteiten (de hierboven als voorbeeld gegeven roerende en vastgoedbeleggingen) zou aan de normale tarieven moeten overgedragen worden. Er kan al snel sprake zijn van een dergelijke “hybride” familievennootschap. Een vennootschap actief in een groothandel in machine onderdelen (goodwill waarde € 3.000.000,00) maar met een vastgoed (aan derden verhuurd) en beleggingen op de balans (waarde € 1.000.000,00) zou hierbij nog slechts voor drie vierden kunnen genieten van het voordelig regime. Vennootschappen die op vandaag volledig onder het gunstregime vallen, zouden binnenkort slechts beperkt van het gunstregime kunnen genieten of zelfs volledig uit de boot kunnen vallen. Starten op korte termijn met een (gecontroleerde) overdracht aan de volgende generatie is dus de boodschap.

Voir plus!

Lamote Stragier Advocaten in De Tijd - successieplanning

13/06/2024 - Stijn Lamote

Lamote Stragier is ondertussen een gekend huis, ook voor successieplanning. Stijn Lamote werd door de Tijd geïnterviewd als één van de vermogensexperten. LSA in De Tijd 13062024.pdf (lamotestragier.be)

Voir plus!

Is een (extra) vermogensbelasting een optie?

10/06/2024 - Stijn Lamote

Ondertussen zijn de stemmen geteld. Tijd voor een zo objectief mogelijk debat over een aantal zaken die in de verkiezingscampagnes ‘hot’ waren. Zo onder andere over de invoering (?) van een vermogensbelasting. 2% op het netto-vermogen boven de 5 miljoen euro en 3% op het netto-vermogen boven de 10 miljoen euro. Zeg maar dat je voortaan een rente van 2% betaalt op een deel van je eigen vermogen, niet aan de bank, maar aan de staat. In de wetsvoorstellen die al circuleerden was er zelfs geen volledige uitsluiting van de gezinswoning voor de berekening van de belastbare basis, en ook niet van aandelen in familiebedrijven (die laatste zijn tot nader order de motor van tewerkstelling en dus de kern van ons sociaaleconomisch weefsel); aandeelhouders van een familiebedrijf die jaarlijks 2% van de waarde van het bedrijf moeten ophoesten, kunnen dus maar beter zeker zijn dat het bedrijf jaarlijks netto 2% opbrengt, zoniet zet je de krimp op het bedrijf en op jouw vermogen. Vele partijen hebben verder de mond vol van een belasting op meerwaarde op aandelen die men privé aanhoudt, de ene voorziet een verzachting voor KMO-aandelen, de andere veel minder of niet. Politieke stemmen gaan ook op voor de globalisering van de inkomsten, waardoor ook interesten en dividenden niet langer aan een vast tarief (in principe 30%), maar wel progressief zouden belast worden (net zoals beroepsinkomsten). Over de pro’s en de con’s van een vermogensbelasting en aanverwanten is al genoeg gezegd en geschreven. Het is ook niet onze taak als vermogensadvocaten om daarin te adviseren of zelfs standpunt in te nemen. Het is voorts een emotioneel debat, waar de vermogende particulier niet altijd op een objectieve behandeling kan rekenen. Stellen dat de vermogende particulier geen vermogensbelasting wil betalen, is wellicht een dubbel fout uitgangspunt. Het instemmen met belastingen doe je immers niet ‘zomaar’. Een motivatie daarvoor zou bv. kunnen zijn dat je zo een nuttige bijdrage levert aan de gemeenschap. Maar veronderstelt dat niet er een plan is van kosten en uitgaven? Dat het idee niet leeft dat jouw bijdrage in een bodemloze put terecht komt waarbij er voor de gemeenschap weinig tot niets terugkomt? Wie geeft graag zakgeld aan zijn kind, als hij of zij vreest dat er niet de juiste dingen mee gedaan worden? Als belastingplichtige bekijk je graag het volledige plaatje. De vermogende particulier betaalt al heel wat ‘vermogens’belasting. We bekijken het even vanuit zijn portefeuille, niet vanuit de finale bestemming van de heffingen naar de diverse overheden. Er zijn belastingen die naar Europa vloeien en belastingen die naar de federale staat of de gewesten vloeien. Wie met zijn vermogen een wagen, nieuw gebouw, sierraden, … koopt betaalt 21% btw. Btw wordt lang niet beperkt tot verbruiksgoederen, maar is ook van toepassing op een hele resem patrimoniumgoederen, waaronder ook ‘nieuw’ vastgoed. Wie zijn geld belegt in bestaand vastgoed, betaalt 12% verkooprechten. Wie onroerende goederen aanhoudt, betaalt onroerende voorheffing. Wie effecten heeft, betaalt jaarlijks 0,15% effectentaks. Wie (reeds belast) vermogen heeft dat in zijn vennootschap zit en het naar hem privé wil laten overkomen, bv. naar aanleiding van een liquidatie van een vennootschap, betaalt 30% (er is een uitzonderingstarief van 15%) roerende voorheffing. Kort gesteld: wie als 50-jarige €1.000.000,00 heeft gespaard, en investeert in een (bestaand) vastgoed van € 400.000,00 (heffing 12%), een nieuw appartement van € 350.000,00 (heffing 21%) en het saldo op de beurs belegt, houdt nog maximaal € 878.500,00 vermogen over. Als de betrokkene komt te overlijden en hij heeft maar één erfgenaam (laten we hopen dat het in de rechte lijn is) dan zijn er ook nog eens € 163.065,00 erfbelastingen verschuldigd. Resterend vermogen: € 715.435,00. Bijna 30% van het vermogen is verdampt aan vermogensbelasting voor het een eurocent heeft opgebracht, en dat voor een vermogen ruim onder de ‘kaap’ van de hierboven genoemde 5 miljoen euro. Het brengt ons naadloos bij twee andere onderbelichte topics in de context van (al dan niet als vermogensbelasting) erkende heffingen. De niet indexering van de schalen in de erfbelasting. In 1997 legde men vast dat je op een geërfd vermogen in rechte lijn van meer dan € 250.000,00 (toen nog het equivalent van 10.000.000BEF) 27% erfbelasting betaalde. Vandaag is dat nog steeds zo; deze schijf van € 250.000,00 is nooit geïndexeerd. Indien men rekening had willen houden met de inflatie (en dus geen verkapte belastingverhoging op geërfd vermogen had willen doorvoeren), dan zou de schijf van € 250.000,00 vandaag op om en bij de € 450.000,00 moeten staan. Een ander uitwas van dezelfde erfbelasting vind je terug als je nagaat hoeveel erfbelasting je betaalt als je als broer of zus, neef of nicht erft van een kinderloze erflater: 55%. Het lijkt noch min noch meer op een fiscale plicht om je voort te planten (al hoewel iedereen gewild en ongewild het recht zou moeten hebben om dat niet te doen …), zoniet loert ook daar een extra vermogensbelasting; een fiscale dinosaurus, lijkt het wel. En welke (extra) vermogensbelasting wenst men juist in te voeren? Een oproep om dit debat te objectiveren, en minstens de reeds bestaande vermogensbelastingen in ogenschouw te nemen en deze tegen het (hedendaagse) licht te houden.

Voir plus!

De ‘gekwalificeerde’ bezoldigingstheorie

15/01/2024 - Stijn Lamote

Lamote Stragier Advocaten is contentpartner bij Business Vlaanderen. Lees het contentartikel ‘Is vastgoed voor privégebruik een aftrekbare kost in de vennootschap?’ Meer info: stijn@lamotestragier.be

Voir plus!

Is een (extra) vermogensbelasting een optie?

10/06/2024 - Stijn Lamote

Ondertussen zijn de stemmen geteld.

Tijd voor een zo objectief mogelijk debat over een aantal zaken die in de verkiezingscampagnes ‘hot’ waren.

Zo onder andere over de invoering (?) van een vermogensbelasting. 2% op het netto-vermogen boven de 5 miljoen euro en 3% op het netto-vermogen boven de 10 miljoen euro. Zeg maar dat je voortaan een rente van 2% betaalt op een deel van je eigen vermogen, niet aan de bank, maar aan de staat. In de wetsvoorstellen die al circuleerden was er zelfs geen volledige uitsluiting van de gezinswoning voor de berekening van de belastbare basis, en ook niet van aandelen in familiebedrijven (die laatste zijn tot nader order de motor van tewerkstelling en dus de kern van ons sociaaleconomisch weefsel); aandeelhouders van een familiebedrijf die jaarlijks 2% van de waarde van het bedrijf moeten ophoesten, kunnen dus maar beter zeker zijn dat het bedrijf jaarlijks netto 2% opbrengt, zoniet zet je de krimp op het bedrijf en op jouw vermogen.

Vele partijen hebben verder de mond vol van een belasting op meerwaarde op aandelen die men privé aanhoudt, de ene voorziet een verzachting voor KMO-aandelen, de andere veel minder of niet. Politieke stemmen gaan ook op voor de globalisering van de inkomsten, waardoor ook interesten en dividenden niet langer aan een vast tarief (in principe 30%), maar wel progressief zouden belast worden (net zoals beroepsinkomsten).

Over de pro’s en de con’s van een vermogensbelasting en aanverwanten is al genoeg gezegd en geschreven. Het is ook niet onze taak als vermogensadvocaten om daarin te adviseren of zelfs standpunt in te nemen. Het is voorts een emotioneel debat, waar de vermogende particulier niet altijd op een objectieve behandeling kan rekenen. Stellen dat de vermogende particulier geen vermogensbelasting wil betalen, is wellicht een dubbel fout uitgangspunt.

Het instemmen met belastingen doe je immers niet ‘zomaar’. Een motivatie daarvoor zou bv. kunnen zijn dat je zo een nuttige bijdrage levert aan de gemeenschap. Maar veronderstelt dat niet er een plan is van kosten en uitgaven? Dat het idee niet leeft dat jouw bijdrage in een bodemloze put terecht komt waarbij er voor de gemeenschap weinig tot niets terugkomt? Wie geeft graag zakgeld aan zijn kind, als hij of zij vreest dat er niet de juiste dingen mee gedaan worden?

Als belastingplichtige bekijk je graag het volledige plaatje. De vermogende particulier betaalt al heel wat ‘vermogens’belasting. We bekijken het even vanuit zijn portefeuille, niet vanuit de finale bestemming van de heffingen naar de diverse overheden. Er zijn belastingen die naar Europa vloeien en belastingen die naar de federale staat of de gewesten vloeien.

Wie met zijn vermogen een wagen, nieuw gebouw, sierraden, … koopt betaalt 21% btw. Btw wordt lang niet beperkt tot verbruiksgoederen, maar is ook van toepassing op een hele resem patrimoniumgoederen, waaronder ook ‘nieuw’ vastgoed.

Wie zijn geld belegt in bestaand vastgoed, betaalt 12% verkooprechten. Wie onroerende goederen aanhoudt, betaalt onroerende voorheffing.

Wie effecten heeft, betaalt jaarlijks 0,15% effectentaks.

Wie (reeds belast) vermogen heeft dat in zijn vennootschap zit en het naar hem privé wil laten overkomen, bv. naar aanleiding van een liquidatie van een vennootschap, betaalt 30% (er is een uitzonderingstarief van 15%) roerende voorheffing.

Kort gesteld: wie als 50-jarige €1.000.000,00 heeft gespaard, en investeert in een (bestaand) vastgoed van € 400.000,00 (heffing 12%), een nieuw appartement van € 350.000,00 (heffing 21%) en het saldo op de beurs belegt, houdt nog maximaal € 878.500,00 vermogen over. Als de betrokkene komt te overlijden en hij heeft maar één erfgenaam (laten we hopen dat het in de rechte lijn is) dan zijn er ook nog eens € 163.065,00 erfbelastingen verschuldigd. Resterend vermogen: € 715.435,00. Bijna 30% van het vermogen is verdampt aan vermogensbelasting voor het een eurocent heeft opgebracht, en dat voor een vermogen ruim onder de ‘kaap’ van de hierboven genoemde 5 miljoen euro.

Het brengt ons naadloos bij twee andere onderbelichte topics in de context van (al dan niet als vermogensbelasting) erkende heffingen.

De niet indexering van de schalen in de erfbelasting. In 1997 legde men vast dat je op een geërfd vermogen in rechte lijn van meer dan € 250.000,00 (toen nog het equivalent van 10.000.000BEF) 27% erfbelasting betaalde. Vandaag is dat nog steeds zo; deze schijf van € 250.000,00 is nooit geïndexeerd. Indien men rekening had willen houden met de inflatie (en dus geen verkapte belastingverhoging op geërfd vermogen had willen doorvoeren), dan zou de schijf van € 250.000,00 vandaag op om en bij de € 450.000,00 moeten staan.

Een ander uitwas van dezelfde erfbelasting vind je terug als je nagaat hoeveel erfbelasting je betaalt als je als broer of zus, neef of nicht erft van een kinderloze erflater: 55%. Het lijkt noch min noch meer op een fiscale plicht om je voort te planten (al hoewel iedereen gewild en ongewild het recht zou moeten hebben om dat niet te doen …), zoniet loert ook daar een extra vermogensbelasting; een fiscale dinosaurus, lijkt het wel.

En welke (extra) vermogensbelasting wenst men juist in te voeren? Een oproep om dit debat te objectiveren, en minstens de reeds bestaande vermogensbelastingen in ogenschouw te nemen en deze tegen het (hedendaagse) licht te houden.